COBOUW BERICHT

COBOUW BERICHT 1

De Woningbouwimpuls moest de nieuwbouw van huizen versnellen. Maar 100.000 woningen die afgelopen jaren subsidie kregen, wachten nog op realisatie.

Het financiële steuntje in de rug voor snellere bouw van betaalbare woningen loopt bijna op zijn einde. Vorige week deelde de overheid 117 miljoen euro uit in het kader van de Woningbouwimpuls. Nog één ronde en de 1,25 miljard euro die voor de regeling was vrijgemaakt, moet verdeeld zijn over tientallen projecten en tienduizenden betaalbare woningen in Nederland. De bijdragen variëren tussen de enkele miljoenen tot ruim 20 miljoen euro per project.

De Woningbouwimpuls

Het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening verdeelt sinds 2020 de Woningbouwimpuls (WBI) van 1,25 miljard euro over projecten die anders moeilijk of traag tot stand zouden komen. Er zijn vijf tranches geweest, de zesde en laatste moet dit jaar volgen. Gemeenten maken alleen kans met woningbouwprojecten die aan bepaalde eisen voldoen: minimaal 200 (voorheen 500) woningen, waarvan minimaal de helft betaalbare woningen, een aantoonbaar onrendabele top of tekort op publieke investeringen (ontsluiting, bodemsanering, etc.) waarvan gemeenten zelf 50 procent dekken, en waarvan de bouw binnen drie jaar zal starten.

Bijna twee jaar na toekenning van de subsidie is ruim 70 procent (100.000 woningen) van de 140.000 woningen nog niet van de grond gekomen. Het gaat om projecten die al in 2020 en 2021, tijdens de eerste drie rondes van de Woningbouwimpuls (WBI), geld kregen om de woningbouw te versnellen. Bij een groot deel van de gehonoreerde projecten is het gewenste effect dus nog niet bereikt.

Op een kaart die de overheid bijhoudt, is te zien welke projecten wel en nog niet zijn gestart. Van de eerste drie rondes (tot eind 2021) zijn meerdere projecten in de Randstad - zoals in Amsterdam, Den Haag en Rotterdam - nog niet van de grond gekomen. Ook in Zwolle is er bij twee projecten nog geen begin gemaakt.

Tekst gaat verder onder afbeelding

WBI-projecten uit de eerste drie tranches waar nog niet is gestart met bouwen. Bron: Woningbouwimpuls_EB

Op een kaart die de overheid bijhoudt, is te zien welke projecten wel en nog niet zijn gestart. Van de eerste drie rondes (tot eind 2021) zijn meerdere projecten in de Randstad - zoals in Amsterdam, Den Haag en Rotterdam - nog niet van de grond gekomen. Ook in Zwolle is er bij twee projecten nog geen begin gemaakt.

Terugroepen subsidie

Het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) checkt twee keer per jaar de voortgang van de WBI-projecten. Het kan dus zijn dat inmiddels de status van sommige projecten is veranderd naar 'gestart met bouwen', licht een woordvoerder toe.

Van de laatste twee WBI-rondes in 2022 en dit jaar is in ieder geval nog geen enkel project begonnen met bouwen. Dat geld is relatief recent toegezegd. In totaal is nu in alle rondes voor de bouw van 185.000 woningen WBI-subsidie toegezegd.

Maar voor veel projecten begint de tijd te dringen: een voorwaarde van de regeling is dat gemeenten binnen drie jaar na toekenning van het geld moeten beginnen met bouwen. Doen ze dat niet, dan kunnen ze de subsidie op hun buik schrijven. Enkele gemeenten zoals Hoorn en Leiden hebben het ministerie al om uitstel gevraagd.

Voor de projecten uit de eerste rondes waarvoor de driejarige deadline nu nadert, kijkt het ministerie met gemeenten hoe de projecten toch nog op tijd kunnen starten. "In het uiterste geval kan de bijdrage worden teruggevorderd. Dit gebeurt alleen indien de vertraging verwijtbaar is."

Vergunningen en kosten

Waarom slagen zelfs veel van deze projecten die een steuntje in de rug krijgen er niet in om sneller woningen te realiseren? Vorig jaar telde Cobouw minstens tweehonderd woningbouwprojecten die op pauze stonden, met name door slepende vergunningsprocedures en stijgende bouwkosten.

Maar aan de bouwvergunningen kan het niet liggen, stelde vastgoedadviseur Veneficus Real Estate al eerder in een analyse over de WBI. "Gemeenten met één of meerdere WBI-subsidies laten een veel grotere groei [in het aantal bouwvergunningen, red.] zien dan andere gemeenten in Nederland." Veneficus ziet een hogere bouwproductie aankomen door de WBI, maar of de subsidie het hele proces versnelt is hieruit niet af te leiden.

Stijgende bouwkosten spelen in ieder geval een grote rol in de vertragingen. WBI-projecten krijgen ook met kostenstijgingen te maken. Zo kreeg het project 'Entree' (4.500 woningen) in Zoetermeer 11 miljoen euro van het Rijk, maar meldde het AD onlangs dat het door gestegen bouwkosten én onenigheid met grondeigenaren vertraging oploopt. Er moet nu eerst naar meer geld gezocht worden.

Ondertussen loopt in het Nijmeegse stationsgebied een ander gesubsidieerd project vertraging op door onderhandelingen met de ontwikkelaar. Stijgende kosten voor bouwgrond en treuzelende ontwikkelaars zijn een andere oorzaak voor vertragingen, volgens minister De Jonge (VRO). Vorige week kondigde hij hervormingen aan in het grondbeleid om woningbouw te versnellen en betaalbaarder te maken. Projectontwikkelaars betwijfelen echter of de ingrepen het gewenste effect zullen hebben.

Onduidelijk of geld versnelt

De redenen voor de uitblijvende versnelling bij WBI-projecten zijn volgens het ministerie van VRO divers. "Procedures rondom bestemmingsplannen en de Raad van State, stikstof, of problemen rondom het tekort aan personeel of materialen", aldus een woordvoerder.

Het kan nog lastig worden om die vertraagde projecten van de grond te krijgen, waarschuwde de toetsingscommissie die alle WBI-aanvragen beoordeelt. Als de marktomstandigheden verder verslechteren, wordt het moeilijker om "plannen uit eerdere tranches conform de oorspronkelijke aanvraag te realiseren", schreef de commissie in een brief aan de minister.

Dat zien gemeenten zelf ook. De gemeente Zaanstad, die driemaal een succesvolle subsidieaanvraag deed, pleit er nu voor om voor projecten die "echt vastzitten" de deadline voor het starten met bouwen te verlengen naar vijf jaar. Zodat deze projecten de subsidie niet verliezen.

Uit de hoek van de Algemene Rekenkamer klinkt al een tijdje kritiek over de WBI. Er is onvoldoende informatie beschikbaar om te achterhalen of de subsidie doet wat 'ie moet doen: sneller, betaalbaarder en meer woningen bouwen. Er zijn wel meerdere signalen dat de subsidie heeft bijgedragen aan snellere woningbouw, maar het is niet te achterhalen hoe groot dat effect is.